Hij was een diplomaat die niet van ruziemaken hield. Oud-hoofdredacteur Jan Geert Majoor overleden | In memoriam
Jan Geert Majoor.© Foto United Photos/Paul Vreeker
De vrijdag 15 oktober overleden oud-hoofdredacteur van deze krant, Jan Geert Majoor, had de journalistiek lief. Hij leidde de krant als een diplomaat. Ruzie maken lag niet in zijn aard. „Hij was de alleraardigste baas die ik ooit heb gehad”, zegt Hugo Schneider (hoofdredacteur tot begin 2020).
Geduldig verwezenlijkte hij zijn ideeën over samenwerking van kranten en journalisten. Majoor hield de schade van ingrijpende reorganisaties beperkt door te streven naar uitstel, vertrouwen en uiteindelijk draagvlak.
Toen hij in 2012 met vervroegd pensioen ging, was hij met een ambtstermijn van 23 jaar de langstzittende hoofdredacteur van Nederland. Eerst bij het Leidsch Dagblad, vervolgens Haarlems Dagblad, IJmuider Courant, De Gooi- en Eemlander, en tot slot het samenwerkingsverband van deze kranten met het Noordhollands Dagblad.
In zijn tijd hadden de regionale kranten het moeilijk in het destijds beursgenoteerde mediaconcern TMG (nu Mediahuis). Aandeelhouders stelden in zijn optiek idioot hoge rendementseisen; oplagen liepen terug en online-journalistiek stond nog in de kinderschoenen. Journalisten vreesden voor hun baan en maakten zich zorgen over het voortbestaan van hun krant. Majoor sprong steevast tussen directies en journalisten in; hij onderhandelde onvermoeibaar.
De nieuwskeuze voor de voorpagina en het schrijven van commentaren liet hij aan anderen over. ’Zelf lekker een krantje maken, is er niet meer bij’, zei hij eens in een interview.
Als redacteuren de barricaden op wilden, hield hij ze niet tegen. Toen de directie op een dag 65 banen wilde schrappen, steunde hij een protest van journalisten. In de krant waren in plaats van verhalen grijze vlakken te zien. De bezuiniging was bedacht door een externe adviseur. Majoor wees op het gevaar van dergelijke huurlingen omdat ze niet weten welke schade ze aanrichten. ’Dat is zo iemand die ergens een handgranaat naar binnen gooit en dan hard wegrent’, zei hij.
Gezin
Jan Geert Majoor kwam op 4 november 1949 ter wereld in Laren, het eerste kind van een groot gezin. Het stond vast dat de oudste zoon naar het seminarie (de priesteropleiding) Hageveld in Heemstede zou gaan. Roeping heette dat, maar Majoor ervoer de voorbereiding tot het priesterschap als een ’ijzeren systeem van werving en selectie’, zei hij later.
Hij had het niet naar zijn zin op Hageveld, afgezien van de toneelfaciliteiten en de grote bibliotheek. Zijn ouders haalden hem eraf. Het was de tijd van de provo in de jaren 60. In Hilversum kocht hij kritische krantjes.
Samen met zijn maatje Bart Vos, de latere bergbeklimmer, besloot hij zich te verzetten tegen de lyceïsten vereniging op school, de leerlingengroep die feestjes en cultuur organiseerde. Zijn ouders haalden hem andermaal van school en lieten hem staatsexamen doen. Hij ging in Tilburg Nederlands studeren. Dat was voor hem de kortste weg om voor de klas te staan. In Vlaardingen gaf hij literatuur en grammatica.
Op een goeie dag werd een schoolleider ziek. De school deed een beroep op Majoor, hij was toen 23. Er kwam een andere kwaliteit bovendrijven dan die waartoe hij zich aangetrokken had gevoeld. Hij verliet het onderwijs om verslaggever bij het Rotterdams Nieuwsblad te worden. Niet veel later volgde zijn aanstelling bij de GPD, de gemeenschappelijke persdienst voor 23 regionale kranten. Al snel kwam hij in de leiding.
Majoor trouwde met Maaike in 1987. Hij kende haar uit de tijd dat hij lesgaf in Vlaardingen. Toen hij bij de krant werkte, kwamen ze elkaar weer tegen. Op de witgoedafdeling van V&D vroeg hij of ze al getrouwd was. Ze kregen twee kinderen, Eefje en Roos.
Bij de krant liet de hoofdredacteur zich weinig op de werkvloer zien. Hij was voortdurend verwikkeld in een strijd over het voortbestaan van de regionale kranten. Jan Geert Majoor voegde kranten met verschillende culturen samen. Hij analyseerde de zwakke punten van een krant, zocht collega’s op en stelde voor gezamenlijk oplossingen te bedenken. Dan worden de zwakke punten je kracht, was zijn overtuiging.
Krantendirecties wilden haast maken met reorganisaties en ontslagrondes. Majoor vroeg tijd, want haast leidde volgens hem tot missers en slechte verhoudingen. Hij sprak met collega’s over hun zorgen. Stond in contact met de vakbond, en werkte in geval van ontslagen aan vertrekregelingen.
Majoor had een goede band met de journalistenvakbond NVJ. Hij leidde tot dit jaar de NVJ-sectie PLUS en was voorzitter van de Dag voor de Persvrijheid. In juni van dit jaar werd hij door de NVJ uitgeroepen tot lid van verdienste.
Creativiteit
Zijn kinderen vroegen waar zijn creativiteit al die jaren was gebleven. Die was er wel. Hij schreef teksten voor toneelgroepen, speelde in de stukken, en regisseerde die. Als hij in de avonduren op het toneel had gestaan, was zijn hoofd leeg. Op een dag stond in Haarlem een voorstelling over zijn eigen krant op de rol. Hij deed auditie en kreeg de rol van verzuurde sportredacteur. Majoor hield ervan met anderen een collectieve prestatie te leveren.
Majoor las de romans van Willem Frederik Hermans, die zijn personages neerzette als onbeholpen wezens die fouten maakten en kwaad deden. Majoor had geen pessimistische kijk op de mens, maar hij herkende er veel in.
In augustus 2019 ging hij met zijn vrouw op vakantie naar Normandië. Hij kreeg klachten en bezocht een arts. Wandelend door Rouen vernam hij het bericht dat hij verontrustende bloedwaarden had en dat hij zich moest melden in het ziekenhuis. Daar kwam de dreun: een tumor. Het advies was: ter plekke opereren.
In februari 2021 kreeg hij nieuwe klachten. Er kwamen uitzaaiingen aan het licht. Majoor besprak de situatie thuis, het was een gezinsbesluit om de behandeling te stoppen en met de huisarts te overleggen over pijnbestrijding en eventueel euthanasie.
Hij was blij met de keus, ontmoette vrienden en oud-collega’s. Een samenzijn met zijn familie volgde. Zijn broer kwam over uit de VS. Majoor genoot ervan, hij was nuchter over de situatie, berustend, humoristisch en belangstellend. De balans in zijn gezin gaf hem in de laatste jaren veel steun. Hij vond het mooi om te zien hoe Maaike en de kinderen het onafwendbare droegen en elkaar daarbij hielpen. Samen bereidden zij het afscheid voor. In alle rust, zonder dat hij zich gebroken voelde.
’Welbespraakt, vriendelijk, soms vilein’
Oud-hoofredacteur Hugo Schneider vond Jan Geert Majoor de aardigste baas die hij ooit heeft gehad. ,,Te midden van de grote ego’s binnen de krant was hij een baken van rust en vriendelijkheid. Hij was geen macho die besluiten doordrukte. Eerder een vader van een groot gezin die met geduld en wijsheid opereerde.’’ Volgens Schneider speelde Majoor een belangrijke rol bij de instandhouding van de kranten.
Rimmer Mulder, die met Majoor in de leiding van de persdienst GPD zat, sloot vriendschap met hem. ,,Hij was een goed journalist en had duidelijke opvattingen over de juiste attitude van journalisten. Nieuwsgierig zijn en je altijd afvragen of je informatie wel klopt. We hebben gouden jaren meegemaakt, en later ook de terugslag toen dagbladen te maken kregen met reorganisaties. Die hebben zijn loopbaan sterk beïnvloed. Hij heeft altijd op de bres gestaan voor de verslaggevers.’’
Oud-hoofdredacteur Peter de Vries van De Gooi- en Eemlander leerde Majoor kennen als een leider die de tijd geduldig in zijn voordeel liet werken en die eerlijk en consequent was. De fusies waren ingewikkeld voor hem, zegt hij. Die vergden het uiterste. ,,Hij had een diep doorleefd gevoel voor de werkgemeenschap.’’
Fred Hoogendoorn, lid van de hoofdredactie ten tijde van de fusie met het Noordhollands Dagblad, zegt: ,,Hij straalde rust uit in de meest hectische periodes. Soms ook wel iets te veel.’’ Als hij geen brood zag in een ‘belangrijke rapportage met aanbevelingen’, legde hij die diep in een bureaula. ,,Een jaar later bleek niemand te zijn teruggekomen op die rapportage. Hij overzag de grote lijnen en concentreerde zich daarop. Dat is hem weleens kwalijk gekomen, omdat hij weinig aandacht besteedde aan kwesties die voor hem details waren, maar voor anderen bepaald niet. Hij hield legendarische toespraken, waarin de beeldende vorm de aandacht wegtrok van de inhoud, wat dan ook zijn bedoeling was. Uitermate welbespraakt, tussen bombastisch en vilein in.’’
NVJ-secretaris Thomas Bruning ervoer Majoor als een innemende man die mensen met afwijkende standpunten bij elkaar bracht. ,,Een hoofdredacteur om te koesteren in een tijd dat het niet vanzelfsprekend was dat de vakbond een goede band met hoofdredacteuren had.’’